ECLI:NL:RVS:2023:3675

Raad van State

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
4 oktober 2023
Zaaknummer
202305941/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel voor vreemdelingen

Op 4 oktober 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van twee vreemdelingen tegen een mondelinge uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 11 september 2023 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 mei 2023 had besloten hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. C.M.G.M. Raafs, hebben hoger beroep ingesteld omdat zij van mening waren dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de geldigheid van het door Frankrijk verstrekte visum op het moment van hun asielaanvragen niet relevant was.

De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Hoewel de vreemdelingen terecht aanvoerden dat de rechtbank een fout had gemaakt in haar overwegingen, was de conclusie van de rechtbank dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de asielaanvragen van de vreemdelingen op basis van artikel 12, tweede lid, van de Dublinverordening, juist. De Raad van State oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor het hoger beroep ongegrond werd verklaard.

De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023.

Uitspraak

202305941/1/V2.
Datum uitspraak: 4 oktober 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[vreemdeling 1] en [vreemdeling 2],
appellanten,
tegen de mondelinge uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 11 september 2023 in zaken nrs. NL23.14337 en NL23.14340 in het geding tussen:
de vreemdelingen
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluiten van 11 mei 2023 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij mondelinge uitspraak van 11 september 2023 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. C.M.G.M. Raafs, advocaat te Sittard, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Hoewel de vreemdelingen terecht betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het niet relevant is of het door Frankrijk verstrekte visum nog geldig was op het moment van hun asielaanvragen in Nederland, slaagt de grief niet. Uit het oordeel van de rechtbank volgt namelijk nog steeds terecht dat Frankrijk op basis van artikel 12, tweede lid, van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de asielaanvragen van de vreemdelingen.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier.
w.g. Wissels
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Graat
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 oktober 2023
987