ECLI:NL:RVS:2023:3649

Raad van State

Datum uitspraak
29 september 2023
Publicatiedatum
29 september 2023
Zaaknummer
202301003/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vreemdelingen inzake proceskostenveroordeling na intrekking

In deze zaak hebben vreemdelingen hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 14 februari 2023. De zaken betroffen de nummers NL22.25073, NL22.25074, NL22.25076 en NL22.25078. Na het indienen van het hoger beroep hebben de vreemdelingen besloten dit in te trekken. Ze hebben de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de proceskosten die zij hebben gemaakt in verband met het hoger beroep.

De Afdeling heeft overwogen dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in geval van intrekking van het hoger beroep omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener kan worden veroordeeld in de kosten. In dit geval hebben de vreemdelingen hun hoger beroep ingetrokken nadat de staatssecretaris hen alsnog de gevraagde verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd heeft verleend. Dit betekent dat de staatssecretaris aan de vreemdelingen tegemoet is gekomen, zoals bedoeld in de wet.

De Afdeling heeft het verzoek van de vreemdelingen toegewezen en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten. Het totale bedrag van de kosten is vastgesteld op € 837,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 september 2023.

Uitspraak

202301003/1/V1.
Datum uitspraak: 29 september 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoekers],
verzoekers,
om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van het hoger beroep (artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb).
Procesverloop
De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. M. Spapens, advocaat te Amsterdam, hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 14 februari 2023 in zaken nrs. NL22.25073, NL22.25074, NL22.25076 en NL22.25078.
De vreemdelingen hebben het hoger beroep ingetrokken en de Afdeling verzocht de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen in de bij hen opgekomen proceskosten.
Overwegingen
1.       Artikel 8:75a, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 8:108, eerste lid, van de Awb luidt: "In geval van intrekking van het hoger beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het hogerberoepschrift is tegemoetgekomen, kan het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 in de kosten worden veroordeeld."
2.       De vreemdelingen hebben het hoger beroep ingetrokken nadat de staatssecretaris hun alsnog de gevraagde verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd heeft verleend. Hiermee is de staatssecretaris aan de vreemdelingen tegemoetgekomen als bedoeld in artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb.
3.       Het verzoek wordt toegewezen. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van de bij de vreemdelingen in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.
w.g. Steendijk
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Hanrath
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 september 2023
392