ECLI:NL:RVS:2023:3592
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in asielzaken na niet in behandeling nemen aanvragen verblijfsvergunning
Op 25 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.A. Scholtmeijer, hoger beroep hebben ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 5 september 2023 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 juli 2023 had besloten hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de hoger beroepen niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De hogerberoepschriften bevatten geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De rechter verwees naar een eerdere uitspraak van de Afdeling, waarin een vergelijkbare rechtsvraag was behandeld.
Uiteindelijk bevestigde de voorzieningenrechter de uitspraak van de rechtbank en wees hij de verzoeken om voorlopige voorzieningen af. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.