ECLI:NL:RVS:2023:3592

Raad van State

Datum uitspraak
25 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
202305774/1/V3 en 202305774/2/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in asielzaken na niet in behandeling nemen aanvragen verblijfsvergunning

Op 25 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.A. Scholtmeijer, hoger beroep hebben ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 5 september 2023 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 juli 2023 had besloten hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de hoger beroepen niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De hogerberoepschriften bevatten geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De rechter verwees naar een eerdere uitspraak van de Afdeling, waarin een vergelijkbare rechtsvraag was behandeld.

Uiteindelijk bevestigde de voorzieningenrechter de uitspraak van de rechtbank en wees hij de verzoeken om voorlopige voorzieningen af. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202305774/1/V3 en 202305774/2/V3.
Datum uitspraak: 25 september 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op verzoeken om het treffen van voorlopige voorzieningen (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 92 van de Vw 2000, op de hoger beroepen van:
[vreemdeling 1] en [vreemdeling 2], mede voor hun minderjarige kinderen, en [vreemdeling 3] en [vreemdeling 4],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 5 september 2023 in zaken nrs. NL23.19753, NL23.19760, NL23.19763 en NL23.19766 in het geding tussen:
de vreemdelingen
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluiten van 6 juli 2023 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 5 september 2023 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. A.A. Scholtmeijer, advocaat te Heerenveen, hoger beroepen ingesteld. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht voorlopige voorzieningen te treffen.
Overwegingen
1.       De hoger beroepen leiden niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat de hogerberoepschriften geen vragen bevatten die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
1.1.    De hoger beroepen gaan onder meer over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3411, onder 2.6, over de vraag of de staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd dat hij voor Kroatië van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan). De hoger beroepen bieden geen reden hierover in dit geval anders te oordelen.
2.       De hoger beroepen zijn ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De verzoeken om voorlopige voorziening worden daarom afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        bevestigt de aangevallen uitspraak;
II.       wijst de verzoeken af.
Aldus vastgesteld door mr. M. Soffers, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.
w.g. Soffers
voorzieningenrechter
w.g. Van de Kolk
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 september 2023
347-1017