ECLI:NL:RVS:2023:3580
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende machtiging tot voorlopig verblijf
Op 22 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf voor een vreemdeling had afgewezen. Dit besluit dateert van 24 november 2021. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de staatssecretaris verklaarde dit bezwaar ongegrond bij besluit van 2 februari 2023. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, heeft op 28 juli 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat er binnen acht weken een nieuw besluit op het bezwaar moest worden genomen.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling afgewogen en besloten dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat er geen proceskosten vergoed hoeven te worden. Deze beslissing is genomen in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de voorzieningenrechter de mogelijkheid heeft om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep.