ECLI:NL:RVS:2023:3574
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende machtiging tot voorlopig verblijf
Op 21 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf voor een vreemdeling had afgewezen. Dit besluit, genomen op 8 juni 2022, werd door de vreemdeling bestreden. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van de vreemdeling ongegrond op 9 februari 2023. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, heeft op 28 augustus 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard, het eerdere besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de vreemdeling in aanmerking komt voor de gevraagde machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Hierop heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van de staatssecretaris beoordeeld en geconcludeerd dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Gezien de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 september 2023.