ECLI:NL:RVS:2023:3532

Raad van State

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
202108150/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van kennisneming van vertrouwelijke stukken in hoger beroep inzake treiteraanpak

In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 november 2021, waarin de burgemeester van Amsterdam de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken heeft overgelegd. De burgemeester heeft met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. Het betreft notulen en memo’s van de zogenoemde Treiterstaf en het Sturend Top Tien Team, evenals een tijdlijn met contacten van Meldpunten Zorg en Woonoverlast (MZWO).

[appellante] heeft gereageerd op het verzoek om beperkte kennisneming van de stukken en betwist dat de burgemeester een gerechtvaardigd beroep op artikel 8:29 Awb toekomt. Zij stelt dat zij over alle informatie moet kunnen beschikken om haar procedure te kunnen voeren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de weigering van de burgemeester om volledige inzage te geven beoordeeld. Hierbij is een afweging gemaakt tussen het belang van [appellante] om kennis te nemen van het dossier en het belang van de bestuursrechter om over alle relevante informatie te beschikken om de zaak op een zorgvuldige wijze af te doen.

De Afdeling heeft vastgesteld dat de stukken die zijn ingediend in deze procedure dezelfde zijn als die in een andere procedure die loopt over het verzoek van [appellante] om inzage in haar persoonsgegevens. De Afdeling oordeelt dat het belang bij beperking van de kennisneming in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [appellante] om kennis te nemen van het dossier. Daarom heeft de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd geacht en het verzoek van de burgemeester toegewezen.

Uitspraak

202108150/2/A3.
Datum beslissing: 20 september 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:
[appellante], wonend te Amsterdam,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 november 2021 in zaak nr. 20/1731 in het geding tussen:
[appellante]
en
de burgemeester van Amsterdam.
Procesverloop
[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 november 2021 in zaak nr. 20/1731.
De burgemeester heeft de vertrouwelijke versies van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft notulen en memo’s van de zogenoemde Treiterstaf en het Sturend Top Tien Team en een tijdlijn met contacten van Meldpunten Zorg en Woonoverlast (hierna: MZWO).
[appellante] heeft bij brief van 14 juli 2023 gereageerd op het verzoek om beperkte kennisneming van de stukken.
Overwegingen
Inleiding
1.       [appellante] is opgenomen in de zogenoemde treiteraanpak. [appellante] heeft verzocht om wissing van haar gegevens die de burgemeester in dat kader heeft verzameld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester dat mocht weigeren. Over dat oordeel gaat deze hogerberoepsprocedure.
Daarnaast heeft [appellante] de burgemeester verzocht om inzage in haar persoonsgegevens die de burgemeester heeft verwerkt in het kader van haar opname in de treiteraanpak. Dat verzoek heeft de burgemeester toegewezen. De burgemeester heeft aan [appellante] een overzicht verstrekt en een dossier met de onderliggende documenten in gelakte versie. Daarover gaat het hoger beroep van [appellante] met zaaknummer 202200265/1/A3.
De burgemeester heeft in beide zaken de ongelakte versie van het dossier overgelegd.
Verzoek
2.       De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de vertrouwelijke versies van deze stukken kennis zal nemen. De gegevens die zijn weggelakt, vallen volgens de burgemeester buiten de reikwijdte van het verzoek of zijn gegevens van derden. Hij betoogt dat het dossier voorwerp is van het geschil en dat om die reden al sprake is van gewichtige redenen.
Reactie [appellante]
3.       [appellante] betwist dat de burgemeester een gerechtvaardigd beroep op artikel 8:29 Awb toekomt. Zij vindt dat zij over alle informatie moet kunnen beschikken om de procedure te kunnen voeren.
Beslissing
4.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
5.       De Afdeling heeft kennisgenomen van de ongelakte versie van de documenten van het dossier. Zij stelt vast dat deze stukken dezelfde zijn als die van het dossier dat is overgelegd in zaaknummer 202200265/1/A3 dat gaat over het verzoek van [appellante] om inzage in de verwerking van haar persoonsgegevens. De Afdeling heeft nog geen uitspraak gedaan in de bodemprocedure over die zaak. In die procedure is het dossier met de onderliggende stukken onderwerp van het geschil tussen [appellante] en de burgemeester. Als het dossier in deze procedure zou worden verstrekt aan [appellante] zou daarmee het oordeel in de bodemprocedure in de zaak over het inzageverzoek er niet meer toe doen. Om die reden en gezien de verwevenheid tussen beide procedures zowel in onderwerp als tijdsverloop, weegt het belang bij de beperking van de kennisneming in dit geval zwaarder dan het belang dat [appellante] kennis kan nemen van het dossier.
6.       De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, mr. A.J.C. de Moor-van Vugt en mr. N.H. van den Biggelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Van Tuyll van Serooskerken
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 september 2023
290