ECLI:NL:RVS:2023:3531
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring na uitzetting
Op 20 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had in beroep de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aangeklaagd, nadat deze op 13 april 2023 had besloten de vreemdeling in bewaring te stellen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, had op 1 mei 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De staatssecretaris heeft in een brief van 25 mei 2023 meegedeeld dat de vreemdeling op 17 mei 2023 is uitgezet. Hierdoor was de maatregel van bewaring opgeheven, wat leidde tot de conclusie dat de vreemdeling geen belang meer had bij de beoordeling van zijn verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden, aangezien het verzoek niet ontvankelijk is verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. van de Kolk, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2023.