ECLI:NL:RVS:2023:3528
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard
Op 20 september 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 11 maart 2022 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Heida, advocaat te Dordrecht, had hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg. De rechtbank verklaarde op 6 juli 2022 het beroep ongegrond.
In het hoger beroep dat volgde, richtte de vreemdeling zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank, maar gaf zij geen uitleg waarom deze uitspraak volgens haar onjuist was. Hierdoor kon de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, zoals vereist volgens artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.
De Raad van State verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 20 september 2023.