ECLI:NL:RVS:2023:3501
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 13 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 juni 2023 niet in behandeling werd genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, die op 4 september 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. In de overwegingen van de uitspraak is ingegaan op de relevante juridische aspecten van het asielrecht en de procedurele stappen die de vreemdeling heeft doorlopen. De uitspraak benadrukt het belang van de zorgvuldigheid in de behandeling van asielaanvragen en de rol van de voorzieningenrechter in het waarborgen van de rechtsbescherming van vreemdelingen.
De uitspraak is openbaar gedaan en is vastgesteld door mr. J.C.A. de Poorter, met mr. L.C. Lodeweges als griffier. De beslissing is genomen in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de voorzieningenrechter de mogelijkheid heeft om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep.