ECLI:NL:RVS:2023:3438
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing aanvraag document rechtmatig verblijf gemeenschapsonderdaan
Op 11 september 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 16 april 2021 deze aanvraag afgewezen, waarna de vreemdeling bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 28 juli 2021 ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag verklaarde op 23 mei 2022 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ook ongegrond.
In het hoger beroep heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.H.E. Wanrooij, de beslissing van de rechtbank betwist. De Raad van State heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De Afdeling heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en vastgesteld dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.