202107773/1/R1.
Datum uitspraak: 30 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1] en anderen, gevestigd te Aarle-Rixtel, gemeente Laarbeek,
2. Artex B.V. en Real Estate Aarle-Rixtel B.V. (hierna: Artex), gevestigd te Aarle-Rixtel, gemeente Laarbeek,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Laarbeek,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 14 oktober 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Woningtextielbedrijf Bosscheweg 79, Aarle-Rixtel" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en anderen en Artex beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Artex heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 juni 2023, waar [appellant sub 1] en anderen, vertegenwoordigd door mr. T.I.P. Jeltema, Artex, vertegenwoordigd door mr. E.T. Sillevis Smitt, [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. P.J.G. Goumans en H.I. van Aarle, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Artex is een in 1947 opgericht textielbedrijf, gevestigd aan de Bosscheweg 79. Het bedrijf maakt woningtextiel, met name gordijn- en meubelstoffen en alternatieve raambekleding. Het valt onder milieucategorie 3. Het bestemmingsplan maakt dit bedrijf bij recht mogelijk. De raad wil hiermee een omissie in het voorgaande bestemmingsplan herstellen.
Van den Boogaard en anderen zijn omwonenden. Zij vrezen nadelige milieugevolgen van de bedrijfsactiviteiten. Artex vindt het bestemmingsplan onduidelijk en betoogt dat de grenzen van het plangebied ruimer hadden moeten worden getrokken.
2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Beroep [appellant sub 1] en anderen
3. [appellant sub 1] en anderen betogen dat de bedrijfsactiviteiten van Artex nadelige gevolgen hebben voor hun woon- en leefklimaat. De raad had daarom het bestemmingsplan niet ruimtelijk aanvaardbaar mogen achten. De raad had naar de huidige situatie moeten kijken en niet slechts naar de situatie ten tijde van de milieuvergunning van 25 november 2010. Artex heeft sindsdien in haar feitelijke bedrijfsvoering grote wijzigingen doorgevoerd. Er is een nieuwe ontwikkeling ten opzichte van het voorheen geldende planologische regime. De ruimtelijke gevolgen van deze ontwikkeling zijn niet afdoende onderzocht. Zij voeren ook aan dat geen gebruik is gemaakt, en ook niet kon worden gemaakt, van de in het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel 2014" opgenomen afwijkingsbevoegdheid voor het onder voorwaarden toestaan van bedrijven in milieucategorie 3.
3.1. Op grond van het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel", rustte op de percelen aan de Bosscheweg 79 te Aarle-Rixtel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" met de aanduiding "V". Door deze nadere aanduiding waren op het perceel de industriële en ambachtelijke bedrijven toegestaan die aanwezig waren ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan en voorkwamen in categorie 3 van de bij deze voorschriften behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten. Op de percelen aan de Bosscheweg 79 was aldus een woningtextielbedrijf toegestaan.
In 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel 2014" vastgesteld. De raad wilde de bestaande gebruiks- en bouwmogelijkheden ongewijzigd opnieuw vaststellen. Het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel 2014" geeft de Bosscheweg 79 de bestemming "Bedrijf". De planregels bij die bestemming staan het bestaande woningtextielbedrijf niet toe.
3.2. Artikel 3 van de planregels luidt:
"3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de vestiging c.q. uitoefening van bedrijven en bedrijfsactiviteiten voor zover deze bedrijven en bedrijfsactiviteiten voorkomen in de categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), met dien verstande dat ook bedrijven en bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1) en vergelijkbaar zijn met categorie 1 of 2, zijn toegestaan, voor zover deze niet vergunningplichtig zijn;
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - woningtextielbedrijf’, het uitoefenen van een woningtextielbedrijf, zoals dat planologisch én milieutechnisch legaal aanwezig was ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel 2014" (d. d. 29 januari 2015), voor zover deze bedrijfsactiviteiten voorkomen in categorie 3 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1);
c. in aanvulling op lid b heeft te gelden dat activiteiten waarvoor een milieuneutrale (veranderings)omgevingsvergunning is verleend na 29 januari 2015, tevens zijn toegestaan;
[…]".
3.3. De raad stelt dat het de bedoeling was om aan de percelen aan de Bosscheweg 79 te Aarle-Rixtel in het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel 2014" opnieuw een bedrijfsbestemming toe te kennen, waarbinnen het bestaande woningtextielbedrijf in categorie 3 zou zijn toegestaan. Ter plaatse zijn echter alleen bedrijven van categorieën 1 en 2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Daarmee heeft de raad onbedoeld het legale bestaande gebruik onder het overgangsrecht gebracht.
Het bestemmingsplan voorziet in herstel van dit gebrek door de toevoeging van een regeling die een woningtextielbedrijf uit milieucategorie 3, zoals dat in 2014 legaal aanwezig was, opnieuw toestaat. In de planregeling is vastgelegd dat alleen het woningtextielbedrijf is toegestaan zoals dat planologisch en milieutechnisch legaal aanwezig was ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel 2014" op 29 januari 2015. Daarmee is volgens de raad bedoeld aan te sluiten bij de planregeling in het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel". Aan Artex is op 25 november 2010 een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend. Deze vergunning bepaalt de maximaal toegestane belasting op de omgeving. Het bestemmingsplan staat niet meer toe dan deze revisievergunning.
De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant heeft op verzoek van de raad de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het bestemmingsplan naar huidige maatstaven beoordeeld. Uit de rapporten "Ruimtelijke aanvaardbaarheid Bosscheweg 79" van 15 september 2021 en "Geur Bosscheweg 79" blijkt dat het bedrijf nog steeds ruimtelijk aanvaardbaar is.
Als Artex in strijd met de revisievergunning en dus ook met het bestemmingsplan zou handelen is dat een handhavingskwestie. Het plan legt ook vast dat activiteiten zijn toegestaan waarvoor een milieuneutrale omgevingsvergunning is verleend. Deze activiteiten hebben geen nadelige effecten op het woon- en leefklimaat en zijn dus volgens de raad in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. Voor omwonenden ontstaat geen andere situatie dan de situatie die in 2015 zou zijn ontstaan zonder de omissie.
3.4. De raad heeft mogen stellen dat herstel van de kennelijke omissie in een eerder plan geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat. De planherziening maakt niet meer mogelijk dan wat aan Artex is toegestaan bij de revisievergunning uit 2010 en de na 29 januari 2015 verleende milieuneutrale omgevingsvergunningen. De gevolgen daarvan voor de omgeving zijn onderzocht in twee recente rapportages. Het betoog van Van den Boogaard en anderen geeft de Afdeling geen reden voor twijfel aan de juistheid van de conclusie van het aanvullend onderzoek.
Aan het gestelde niet toepassen van de door Van den Boogaard en anderen bedoelde afwijkingsbevoegdheid komt in deze procedure geen betekenis toe. De planregels voor de toepassing van die bevoegdheid spelen geen rol bij de vaststelling van het bestemmingsplan.
Over het betoog van Van den Boogaard en anderen dat er sprake is van nieuwe ontwikkelingen in de bedrijfsvoering die niet in overeenstemming zijn met de revisievergunning en dat zij daarvan overlast ondervinden en vrezen voor gezondheidsschade, overweegt de Afdeling dat dit een kwestie van handhaving betreft die in deze procedure niet aan de orde kan komen.
Het betoog slaagt niet.
Beroep Artex
Milieuneutrale wijzigingen
4. Artex betoogt dat artikel 3.1.1, onder b en c, van de planregels van het bestemmingsplan niet duidelijk is geformuleerd. Het toegestane gebruik op dit perceel als woningtextielbedrijf is beperkt tot het gebruik zoals beschreven in de milieuvergunning, terwijl het zo kan zijn dat het bedrijf van Artex milieuneutrale wijzigingen wil doorvoeren in de bedrijfsvoering die geen ruimtelijke impact hebben. In dat geval is ook de toestemming van de raad nodig om af te wijken van het bestemmingsplan. Het is niet duidelijk dat eventuele milieuneutrale veranderingen zonder toestemming van de raad kunnen worden doorgevoerd, terwijl uit de zienswijzennota blijkt dat dat wel de bedoeling is. Ook voert Artex aan dat onder de werking van de Omgevingswet de milieuneutrale wijziging verdwijnt. Dat betekent dat Artex na de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor elke wijziging goedkeuring van de raad moet hebben, ook als de wijziging geen enkele ruimtelijke impact heeft.
4.1. Het plan staat milieuneutrale wijzigingen toe waarvoor na 29 januari 2015 een omgevingsvergunning is verleend. Dat is voldoende duidelijk. Alleen voor niet milieuneutrale wijzigingen in de bedrijfsvoering is een planherziening nodig. Niet valt in te zien dat Artex daardoor onevenredig in haar bedrijfsvoering wordt belemmerd. Bij een milieuneutrale omgevingsvergunning kan het ook gaan om een omgevingsvergunning op grond van de Omgevingswet.
Het betoog faalt.
Omvang plangebied
5. Artex voert aan dat de perceelnummers 3651 en 3449 in het bestemmingsplan zijn opgenomen, maar dat dit ten onrechte niet geldt voor het perceel C 3958. Voor dit perceel geldt nog steeds de bedrijfsdoeleindenbestemming zoals vastgesteld in het bestemmingsplan "Kom Aarle-Rixtel 2014". Deze gronden waren in het plan van 2004 meegenomen in de bestemming voor het bedrijf. Voorts maken deze gronden ook deel uit van de inrichting zoals vergund met de revisievergunning van 25 november 2010.
5.1. De raad komt beleidsruimte toe bij het bepalen van de begrenzingen van een bestemmingsplan. Deze ruimte is echter niet zo groot dat de raad een begrenzing kan vaststellen die in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
Naar het oordeel van de Afdeling is er geen sprake van een zodanige ruimtelijke samenhang tussen het plangebied en perceel C 3958 dat de raad dat perceel bij het bestemmingsplan had moeten betrekken. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat op het perceel C 3958 geen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden en er ook geen bebouwing aanwezig of toegestaan is.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
6. De beroepen zijn ongegrond.
7. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Zwemstra, griffier.
w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Zwemstra
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 augustus 2023