ECLI:NL:RVS:2023:3246

Raad van State

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
202304792/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening

Op 22 juli 2021 heeft de minister van Financiën een besluit genomen waarbij het inzageverzoek van [wederpartij] gedeeltelijk is toegewezen, maar de correctie- en verwijderingsverzoeken zijn afgewezen. Hiertegen heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 6 juli 2023 het beroep gegrond verklaarde. De rechtbank heeft het besluit van 28 oktober 2021 vernietigd en bepaald dat de minister binnen een maand de persoonsgegevens van [wederpartij] in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) moet wissen. De rechtbank heeft haar uitspraak in de plaats gesteld van het vernietigde besluit. Zowel de minister als [wederpartij] hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De minister heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de uitspraak van de rechtbank niet hoeft te worden uitgevoerd totdat er op het hoger beroep is beslist. Op 24 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter, mr. C.J. Borman, in een openbare zitting de mondelinge uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Dit is gedaan om te voorkomen dat de persoonsgegevens definitief worden gewist, wat de procedure in hoger beroep zou kunnen beïnvloeden. De minister heeft verklaard dat de persoonsgegevens alleen nog op een kopie in een kluis worden bewaard en niet meer door de Belastingdienst worden gebruikt. De voorzieningenrechter heeft ook het belang van [wederpartij] meegewogen, die in hoger beroep wil laten beoordelen of er meer gegevens ter inzage hadden moeten worden gegeven en of er een rectificatie van gegevens had moeten plaatsvinden. De uitspraak van de voorzieningenrechter is dus een voorlopige maatregel die de status quo handhaaft totdat er een definitieve uitspraak in hoger beroep is gedaan.

Uitspraak

202304792/2/A3.
Datum uitspraak: 24 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
de minister van Financiën,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-­Holland van 6 juli 2023 in zaak nr. 21/6573 in het geding tussen:
de minister
en
[wederpartij]
Openbare zitting gehouden op 24 augustus 2023 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter
griffier: mr. R.J.A. Meerman
Verschenen:
De minister van Financiën, vertegenwoordigd door mr. drs. I.A. Huppertz en mr. M. Clement.
Procesverloop
Bij besluit van 22 juli 2021 heeft de minister het inzageverzoek van [wederpartij] gedeeltelijk toegewezen en de correctie- en verwijderingsverzoeken afgewezen.
Bij besluit van 28 oktober 2021 heeft de minister het daartegen door [wederpartij] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 juli 2023 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 28 oktober 2021 vernietigd, het besluit van 22 juli 2021 herroepen voor zover daarbij wissing van de gegevens is geweigerd en bepaald dat de minister binnen een maand na verzending van de uitspraak de persoonsgegevens van [wederpartij] in de Fraude Signalering Voorziening (hierna: de FSV) moet wissen. De rechtbank heeft bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
De minister en [wederpartij] hebben hoger beroep ingesteld.
De minister heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
[wederpartij] heeft een nader stuk ingediend.
Beslissing
De voorzieningenrechter bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat is beslist op het hoger beroep van de minister.
Gronden
1.       Uitvoering van de uitspraak van de rechtbank heeft tot gevolg dat de persoonsgegevens definitief worden gewist. Omdat het wissen van de gegevens onomkeerbaar is, zou de procedure in hoger beroep geen zin meer hebben als de rechtbankuitspraak vooruitlopend daarop wordt uitgevoerd.
2.       Van belang hierbij is dat de minister heeft verklaard dat de persoonsgegevens uit de FSV alleen nog worden bewaard op een kopie die in een kluis ligt en dat de persoonsgegevens niet meer door de Belastingdienst worden gebruikt.
3.       Het treffen van de voorziening dient ook het belang van [wederpartij]. Hij wil in hoger beroep laten beoordelen 1) of aan hem niet meer gegevens ter inzage hadden moeten worden gegeven, en 2) of er niet een rectificatie van gegevens had moeten plaatsvinden. Als de rechtbankuitspraak wordt uitgevoerd, worden de gegevens vernietigd en zou de door [wederpartij] in hoger beroep verlangde beoordeling op voorhand onmogelijk worden gemaakt.
w.g. Borman
voorzieningenrechter
w.g. Meerman
griffier
960