ECLI:NL:RVS:2023:3246
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening
Op 22 juli 2021 heeft de minister van Financiën een besluit genomen waarbij het inzageverzoek van [wederpartij] gedeeltelijk is toegewezen, maar de correctie- en verwijderingsverzoeken zijn afgewezen. Hiertegen heeft [wederpartij] beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 6 juli 2023 het beroep gegrond verklaarde. De rechtbank heeft het besluit van 28 oktober 2021 vernietigd en bepaald dat de minister binnen een maand de persoonsgegevens van [wederpartij] in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) moet wissen. De rechtbank heeft haar uitspraak in de plaats gesteld van het vernietigde besluit. Zowel de minister als [wederpartij] hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De minister heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de uitspraak van de rechtbank niet hoeft te worden uitgevoerd totdat er op het hoger beroep is beslist. Op 24 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter, mr. C.J. Borman, in een openbare zitting de mondelinge uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Dit is gedaan om te voorkomen dat de persoonsgegevens definitief worden gewist, wat de procedure in hoger beroep zou kunnen beïnvloeden. De minister heeft verklaard dat de persoonsgegevens alleen nog op een kopie in een kluis worden bewaard en niet meer door de Belastingdienst worden gebruikt. De voorzieningenrechter heeft ook het belang van [wederpartij] meegewogen, die in hoger beroep wil laten beoordelen of er meer gegevens ter inzage hadden moeten worden gegeven en of er een rectificatie van gegevens had moeten plaatsvinden. De uitspraak van de voorzieningenrechter is dus een voorlopige maatregel die de status quo handhaaft totdat er een definitieve uitspraak in hoger beroep is gedaan.