ECLI:NL:RVS:2023:3238
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging bewaringsmaatregel vreemdeling door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 14 juli 2023. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 26 mei 2023 besloten om de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel te verlengen met ten hoogste twaalf maanden. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en ziet geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. B. Meijer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023.