ECLI:NL:RVS:2023:3111
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring na uitspraak rechtbank
Op 15 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Dit verzoek was ingediend door twee vreemdelingen, samen met hun minderjarige kinderen, tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdelingen waren eerder op 16 juni 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris. De rechtbank Den Haag had op 6 juli 2023 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze bewaring ongegrond verklaard en hun verzoeken om schadevergoeding afgewezen.
De vreemdelingen hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd opgemerkt dat de maatregelen van bewaring op 6 juli 2023 al waren opgeheven, voordat het hogerberoepschrift en het verzoek om voorlopige voorziening waren ingediend. Hierdoor was er geen grond meer voor het verzoek om de maatregelen van bewaring op te heffen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek afgewezen.
De staatssecretaris werd ook niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 15 augustus 2023, en is vastgesteld door mr. C.M. Wissels, met mr. D.I. Schipper als griffier.