ECLI:NL:RVS:2023:3107

Raad van State

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
202304710/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek wijziging persoonsgegevens in basisregistratie door college van burgemeester en wethouders van Texel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van het college van burgemeester en wethouders van Texel. Het college had een verzoek van [wederpartij] om wijziging van haar persoonsgegevens in de basisregistratie personen (brp) afgewezen. De rechtbank Noord-Holland had eerder op 15 juni 2023 het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard en het besluit op bezwaar van 13 juli 2022 vernietigd, waarbij het college werd opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.

Het college verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de gegevens in de brp niet gewijzigd hoeven te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het college voldoende twijfels heeft geuit over de door [wederpartij] overgelegde documenten en dat het belang van het college om de wijzigingen in de brp niet door te voeren, zwaarder weegt dan het belang van [wederpartij] bij onmiddellijke wijziging van haar persoonsgegevens.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het college de persoonsgegevens van [wederpartij] niet hoeft te wijzigen totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. Dit besluit is genomen om de rechtszekerheid te waarborgen en te voorkomen dat de persoonsgegevens van [wederpartij] binnen korte tijd twee keer moeten worden gewijzigd, mocht het hoger beroep gegrond worden verklaard. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen concreet en actueel belang is aangetoond door [wederpartij] voor onmiddellijke wijziging van haar persoonsgegevens.

Uitspraak

202304710/2/A3.
Datum uitspraak: 10 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Texel,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord­-Holland van 15 juni 2023 in zaak nr. 22/4090 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te Den Burg, gemeente Texel,
en
het college.
Openbare zitting gehouden op 10 augustus 2023 om 12:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. B.J. van Ettekoven, voorzieningenrechter
griffier: mr. L.E.E. Konings
Verschenen:
het college, vertegenwoordigd door mr. P.A.J.S. Lathouwers, rechtsbijstandsverlener te Mierlo, en mr. E.H.D. Lindenbergh.
Het geding gaat over de afwijzing door het college van een verzoek van [wederpartij] om wijziging van haar persoonsgegevens in de basisregistratie personen (brp).
Het verzoek van het college richt zich tegen de uitspraak van 15 juni 2023 van de rechtbank Noord­Holland. Daarin heeft de rechtbank het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard, het besluit op bezwaar van 13 juli 2022 vernietigd, en het college opgedragen om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
Het college heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, die ertoe strekt dat de gegevens in de brp niet hoeven te worden gewijzigd, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Beslissing
De voorzieningenrechter:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college de persoonsgegevens van [wederpartij] niet hoeft te wijzigen, voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Gronden:
-         Het college heeft voldoende punten van twijfel naar voren gebracht over de door [wederpartij] overgelegde documenten. Het heeft toegezegd in de bodemprocedure een overzicht te overleggen met de onregelmatigheden die het in die documenten heeft geconstateerd. Dit vergt nog een nadere beoordeling. Daarmee kan thans niet worden uitgesloten dat niet wordt voldaan aan het "buiten redelijke twijfel"-criterium.
-         Het belang van het college om niet nu al de wijzigingen in de brp door te voeren, ligt erin dat van de betrouwbaarheid en duidelijkheid van de brp moet kunnen worden uitgegaan. Uit oogpunt van de rechtszekerheid moet worden voorkomen dat als het hoger beroep gegrond wordt verklaard, de persoonsgegevens van [wederpartij] binnen korte tijd twee maal  moeten worden gewijzigd.
-         Niet is gebleken dat [wederpartij] een concreet en actueel belang heeft bij het onmiddellijk wijzigen van haar persoonsgegevens, of dat dit voor haar tot een buitensporige situatie leidt.
-         Om die reden prevaleert in dit geval het belang van het college om vooralsnog geen uitvoering te hoeven geven aan de uitspraak van de rechtbank.
w.g. Van Ettekoven
voorzieningenrechter
w.g. Konings
griffier
612