ECLI:NL:RVS:2023:3040
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet-ontvankelijk verklaring van verblijfsvergunning aanvraag
Op 7 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling, mede namens haar minderjarige kind, een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 31 mei 2023, waarin de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank Den Haag had op 18 juli 2023 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling in hoger beroep ging en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien het arrest van het Hof van Justitie van 30 maart 2023 en eerdere zaken die op 18 april 2023 waren behandeld, het hoger beroep nader onderzoek vereiste. Dit maakte de huidige procedure niet geschikt voor een definitieve beslissing. Daarom werd er een voorlopige voorziening getroffen.
De voorzieningenrechter besloot dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 837,00 bedroegen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 augustus 2023.