ECLI:NL:RVS:2023:3009

Raad van State

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
4 augustus 2023
Zaaknummer
202304941/2/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring na uitspraak rechtbank

Op 3 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 3 augustus 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaarde. De rechtbank had bepaald dat de vreemdeling, die op 27 juni 2023 in bewaring was gesteld, recht had op opheffing van de vrijheidsontnemende maatregel en schadevergoeding. De staatssecretaris ging tegen deze uitspraak in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek van de staatssecretaris geen andere strekking had dan te bepalen dat hij in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan het bevel van de rechtbank. De staatssecretaris stelde dat het opvolgen van het bevel tot opheffing van de maatregel zou kunnen leiden tot onomkeerbare gevolgen. De voorzieningenrechter besloot dat de maatregel van bewaring niet hoeft te worden opgeheven totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan op het verzoek, en dat de vreemdeling de gelegenheid krijgt om op het verzoek te reageren.

De beslissing werd genomen door mr. A. Kuijer, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.I. Schipper, de griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 augustus 2023.

Uitspraak

202304941/2/V3.
Datum uitspraak: 3 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 3 augustus 2023 in zaak nr. NL23.20470 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 3 augustus 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, de opheffing van de vrijheidsontnemende maatregel met ingang van die dag bevolen en de vreemdeling schadevergoeding toegekend.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Het verzoek heeft geen verdere strekking dan dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de staatssecretaris in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan het bevel van de rechtbank. Als de staatssecretaris gehouden is dat wel te doen bestaat volgens de staatsecretaris de aanzienlijke kans dat dit tot gevolgen leidt die niet dan wel slechts bezwaarlijk zijn te herstellen.
2.       De voorzieningenrechter ziet aanleiding bij wijze van ordemaatregel te bepalen dat de maatregel van bewaring niet hoeft te worden opgeheven totdat de Afdeling, nadat de vreemdeling de gelegenheid heeft gekregen op het verzoek te reageren, uitspraak heeft gedaan op het verzoek.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van ordemaatregel dat de maatregel van bewaring niet hoeft te worden opgeheven totdat uitspraak is gedaan op het verzoek.
Aldus vastgesteld door mr. A. Kuijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier.
w.g. Kuijer
voorzieningenrechter
w.g. Schipper
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 augustus 2023
872