ECLI:NL:RVS:2023:2930
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 31 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, mede voor hun minderjarige kinderen, een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek volgde op de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 9 mei 2023, waarin aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank Den Haag had op 24 juli 2023 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarna de vreemdelingen hoger beroep hebben ingesteld en de voorzieningenrechter hebben verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat hun voorgenomen overdracht op 1 augustus 2023 om 10:20 uur achterwege blijft, omdat de termijn voor het hoger beroep nog niet was verstreken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, gezien de nog niet verstreken hogerberoepstermijn, het noodzakelijk was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de voorgenomen overdracht op 1 augustus 2023 niet door kan gaan en heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die in totaal € 837,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het waarborgen van de rechten van vreemdelingen in asielprocedures en de noodzaak om voorlopige voorzieningen te treffen in afwachting van de uitkomst van hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft de zaak in het openbaar uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was.