ECLI:NL:RVS:2023:2912
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan
Op 31 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 19 juni 2023 het beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard. De vreemdeling was in deze procedure in beroep gegaan tegen een besluit van de staatssecretaris van 14 oktober 2021, waarin was vastgesteld dat hij geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer had. De staatssecretaris had het bezwaar van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard in een besluit van 21 juli 2022.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de beoordeling van de grief nader onderzoek vereist, waarvoor de huidige procedure zich niet goed leent. Gezien de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de staatssecretaris niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk als griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 juli 2023.