ECLI:NL:RVS:2023:2901
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 28 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 28 april 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 22 juni 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vergt, en dat de procedure zich daar niet goed voor leent. Daarom is besloten om de staatssecretaris te verlenen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze beslissing is genomen in het licht van het arrest van het Hof van Justitie van 30 maart 2023, dat relevant is voor de beoordeling van de zaak.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 28 juli 2023, en is vastgesteld door mr. C.M. Wissels, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.