ECLI:NL:RVS:2023:2896
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 28 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 5 mei 2023 een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 7 juli 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van beide partijen overwogen. De staatssecretaris verzocht om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank in stand zou blijven, en besloot daarom een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter bepaalde dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. C.M. Wissels, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 28 juli 2023.