ECLI:NL:RVS:2023:2688

Raad van State

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
202202959/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Doonheide II en verkeersontsluiting in Gemert-Bakel

Op 12 juli 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Doonheide II" in de gemeente Gemert-Bakel. Dit bestemmingsplan, vastgesteld op 17 februari 2022, voorziet in de bouw van 288 woningen in het noorden van Gemert. De ontsluiting van deze woningen is deels geregeld via een nieuwe weg, de Tonny van Asseldonkstraat, die aansluit op de bestaande weg Moederkruid. Omwonenden, aangeduid als [appellant] en anderen, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vrezen voor een toename van verkeer langs hun woningen en stellen dat de gekozen ontsluiting hun woonomgeving negatief zal beïnvloeden.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op 9 mei 2023, waarbij zowel de appellanten als de raad van de gemeente Gemert-Bakel aanwezig waren. De raad heeft in een verweerschrift uiteengezet waarom de gekozen ontsluiting de beste optie is, en dat de alternatieve ontsluiting voorgesteld door de appellanten niet haalbaar is zonder significante negatieve gevolgen voor de groene structuur van het gebied. De Afdeling heeft vastgesteld dat de raad de belangen van de betrokkenen voldoende heeft afgewogen en dat de toename van verkeersbewegingen op het ommetje aanvaardbaar is, gezien de resultaten van een verkeersonderzoek.

Uiteindelijk heeft de Afdeling het beroep van de appellanten ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestemmingsplan en de bijbehorende ontsluiting zoals vastgesteld door de raad in stand blijven. De raad is niet verplicht om de proceskosten van de appellanten te vergoeden, wat gebruikelijk is in dergelijke zaken.

Uitspraak

202202959/1/R2.
Datum uitspraak: 12 juli 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend te Gemert, gemeente Gemert-Bakel,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Doonheide II" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en anderen hebben een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 mei 2023, waar [appellant], [partij A] en [partij B] en de raad, vertegenwoordigd door mr. F.T.H. Branten en C. Smulders zijn verschenen. Voorts is ter zitting [bedrijf], initiatiefnemer, vertegenwoordigd door ir. P.T. Pop als partij gehoord.
Overwegingen
Inleiding
1.       Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor de  woningbouwlocatie, genaamd Doonheide II, in het noorden van Gemert, met in totaal 288 woningen. De ontsluiting van de noordelijk gelegen woningen in het plangebied is deels voorzien via een nieuw aan te leggen weg, genaamd Tonny van Asseldonkstraat, met een aansluiting op de reeds bestaande weg Moederkruid, ter hoogte van [locatie 1]. Verder is voorzien in parkeerplaatsen langs Moederkruid, ter hoogte van Moederkruid nrs. [locatie 1]-[locatie 4], ten behoeve van de nieuwe woningen.
2.       [appellant] en anderen wonen in de directe nabijheid van het plangebied, in Doonheide I. Hun woningen zijn gelegen aan [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]. Moederkruid loopt in zogenoemde ommetjes, waarbij Moederkruid de structuur heeft van lussen met daaraan woningen en het doorgaande verkeer gebruik maakt van de zuidelijke doorgaande Moederkruid. Zij stellen zich op het standpunt dat door de in het plan voorziene wijze van ontsluiting, via de aansluiting van de Tonny van Asseldonkstraat ter hoogte van [locatie 1] het ommetje, waaraan hun woningen zijn gelegen, wordt aangetast. Zij vrezen voor een toename van verkeer langs hun woningen en stellen een andere wijze van ontsluiting voor.
Toetsingskader
3.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Aantasting ommetje en andere wijze van ontsluiting
4.       [appellant] en anderen betogen dat de raad in het plan ten onrechte heeft voorzien in een aansluiting van de Tonny van Asseldonkstraat op hun ommetje en in een strook parkeerplaatsen langs [locatie 1]-[locatie 4]. Volgens [appellant] en anderen had in de plaats daarvan in het plan moeten worden voorzien in een aansluiting van de Tonny van Asseldonkstraat op de verbindingsweg "Vroede Vrouwenlaan", door de Tonny van Asseldonkstraat door te trekken, parallel aan Moederkruid, met daarlangs parkeerstroken. Zij voeren aan dat in de gekozen variant de structuur van hun ommetje wordt aangetast en dat het aantal verkeersbewegingen langs hun woningen toe zal gaan nemen. [appellant] en anderen bestrijden dat in hun variant, waarbij de Tonny van Asseldonkstraat een wegbreedte heeft van 5,2 m, minder groen zou kunnen worden gerealiseerd dan in de gekozen variant. Niet valt in te zien waarom die weg een breedte zou moeten hebben van 8,3 m. Verder voeren zij aan dat de parkeerplaatsen niet bereikbaar zullen zijn voor de nieuwe woningen vanwege de aanleg van wadi’s, dat zijn groene greppels bedoeld voor de opvang en afvoer van hemelwater, tussen de nieuwe woningen en de parkeerstrook in.
4.1.    De Afdeling overweegt dat de raad de door [appellant] en anderen voorgestelde variant, met een andere wijze van ontsluiting, heeft afgewogen bij de vaststelling van het plan, maar niet voor die variant heeft gekozen. De raad heeft toegelicht dat de aansluiting van de Tonny van Asseldonkstraat op Moederkruid ter hoogte van de woning aan [locatie 1] een betere oplossing is dan de door [appellant] en anderen voorgestelde variant, omdat bij de variant van [appellant] en anderen de parkachtige groene structuur van Doonheide II zou worden doorkruist. Bij de door de raad gekozen wijze van ontsluiting kan worden volstaan met het verbreden van de reeds bestaande weg met 3 m, ten behoeve van parkeerstroken en het kunnen nemen van de bocht door bijvoorbeeld vuilnisophaalwagens, terwijl bij het alternatief van [appellant] en anderen een geheel nieuwe verbindingsweg zou moeten worden aangelegd. Die weg zou een breedte moeten hebben van 5,2 m, met daarnaast een trottoir en parkeerstroken, in totaal 8,3 m dus en komen te liggen op de plaats waarin in het plan is voorzien in groen. De raad heeft toegelicht dat een totale wegbreedte van 8,3 m noodzakelijk is om te kunnen voorzien in de parkeerstroken, trottoir en een weg, en om te kunnen voorzien in een goede toegankelijkheid en bruikbaarheid van de weg voor autoverkeer, hulpdiensten en vuildiensten en incidenteel vrachtverkeer. De raad heeft daarnaast toegelicht dat een tweede ontsluiting voor de woningen in het noordelijke deel van het plangebied gewenst is, omdat deze woningen in geval van incidenten, calamiteiten en werkzaamheden bereikbaar moeten kunnen blijven.
4.2.    Verder geldt dat de structuur van het ommetje enigszins zal worden aangetast door de aansluiting en dat het aantal verkeersbewegingen op het ommetje toe zal gaan nemen, maar dat de raad die aantasting, de toename van het aantal verkeersbewegingen en de eventuele toename van overlast aanvaardbaar heeft mogen achten. De raad heeft onderzoek laten doen naar de mogelijke gevolgen van de toename van het aantal verkeersbewegingen. In het Verkeersonderzoek van Goudappel Coffeng van 9 februari 2022, bijlage bij de plantoelichting, is geconcludeerd dat het aantal verkeersbewegingen op het ommetje ten gevolge van de nieuwe woningen in Doonheide II toe zal gaan nemen van 50 motorvoertuigen per etmaal (mvt/etm) naar 100 mvt/etm, hetgeen ruim minder is dan de voor die weg door de raad aanvaardbaar geachte 1.000 mvt/etm. De raad heeft voorts terecht van belang geacht dat de ontsluiting van de nieuwe woningen in het noordelijke deel van het plangebied, gelet op hun ligging, voornamelijk zal geschieden via de nieuw aan te leggen noord-zuid verbinding en de Vroede Vrouwenlaan. De raad heeft ter zitting toegelicht dat zelfs ingeval de bewoners van de meest noordelijk gelegen woningen, die een aansluiting hebben op of nabij de Tonny van Asseldonkstraat, ervoor zouden kiezen om via de Tonny van Asseldonkstraat en het ommetje het plangebied in oostelijke richting te verlaten, het aantal verkeersbewegingen niet onaanvaardbaar zal toenemen.
4.3.    In de plantoelichting en bijlage 1 bij de plantoelichting heeft de raad uiteengezet waarom de in het plan voorziene parkeerplaatsen langs het ommetje ter hoogte van [locatie 1]-[locatie 4] noodzakelijk zijn om te voldoen aan de geldende parkeernormen. In hetgeen door [appellant] en anderen is aangevoerd ziet de Afdeling geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de aanleg van de parkeerplaatsen niet noodzakelijk is om te voldoen aan de parkeernorm. Evenmin is gebleken dat de parkeerplaatsen niet bereikbaar zouden zijn. Initiatiefnemer heeft ter zitting toegelicht dat de sloot die zich nu tussen de parkeerplaatsen en de nieuwe woningen bevindt, een tijdelijke sloot is en bij de uiteindelijke inrichting zal verdwijnen en dat de parkeerplaatsen ondanks de beoogde wadi’s nog steeds bereikbaar zijn.
4.4.    Gelet op het voorgaande heeft de raad mogen kiezen voor een ontsluiting via de Tonny van Asseldonkstraat op het ommetje ter hoogte van [locatie 1] en mogen voorzien in parkeerplaatsen langs [locatie 1]-[locatie 4].
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
5.       Het beroep is ongegrond.
6.       De raad hoeft de proceskosten niet te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F. Nales, griffier.
w.g. Steendijk
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Nales
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 juli 2023
680-1045