ECLI:NL:RVS:2023:2645
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om niet-overdracht en proceskostenvergoeding
Op 11 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen, die eerder aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend, waren door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Den Haag had op 5 juni 2023 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden en verzochten om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er nader onderzoek nodig was naar de argumenten van de vreemdelingen in hoger beroep. Daarom werd er een voorlopige voorziening getroffen, waarbij werd bepaald dat de vreemdelingen niet zouden worden overgedragen totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen.
Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hadden gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek, tot een bedrag van € 837,00, dat geheel toe te rekenen was aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers, in aanwezigheid van griffier mr. I.W.M.J. Bossmann, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.