ECLI:NL:RVS:2023:2635
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel voor Venezolaanse vreemdelingen
Op 10 juli 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van twee Venezolaanse vreemdelingen, die samen met hun minderjarige kinderen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden aangevraagd. De aanvragen waren op 28 mei 2020 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 23 december 2021 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. M.R. Verdoner, hebben hiertegen hoger beroep ingesteld.
In de uitspraak van de Raad van State werd overwogen dat de veiligheidssituatie in Venezuela niet zo ernstig is dat een Venezolaanse vreemdeling enkel door zijn aanwezigheid daar een risico loopt op ernstige schade. Dit oordeel was eerder al vastgesteld in een uitspraak van 22 maart 2023. De Raad van State oordeelde dat de grieven van de vreemdelingen in het hoger beroep niet tot een andere conclusie konden leiden. De overige grieven werden eveneens ongegrond verklaard, omdat deze geen vragen bevatten die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juli 2023.