ECLI:NL:RVS:2023:2632
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdelingenrecht inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel en uitstel van vertrek
Op 10 juli 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van vreemdelingen tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen werden op 6 augustus 2020 afgewezen, waarbij ook het verzoek om uitstel van vertrek krachtens artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 werd geweigerd. De rechtbank Den Haag had op 24 december 2021 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep instelden, vertegenwoordigd door mr. M.R. Verdoner, advocaat te Leeuwarden.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. In eerdere rechtspraak, specifiek de uitspraak van 22 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1054), was al geoordeeld dat de veiligheidssituatie in Venezuela niet zo ernstig is dat vreemdelingen met de Venezolaanse nationaliteit enkel door hun aanwezigheid daar een risico lopen op ernstige schade. De grieven van de vreemdelingen in het hoger beroep werden als falend beschouwd, en de Raad van State oordeelde dat er geen reden was om anders te oordelen in dit specifieke geval.
De andere grieven van de vreemdelingen werden eveneens afgewezen, omdat deze geen vragen bevatten die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoord moesten worden. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juli 2023.