ECLI:NL:RVS:2023:2610
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers betreffende financiële toelage voor vreemdeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) van 31 augustus 2021. Het COA had de vreemdeling een maatregel opgelegd waarbij zijn wekelijkse financiële toelage van € 12,95 eenmalig werd ingehouden. De vreemdeling was het niet eens met deze maatregel en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht. Op 19 april 2023 heeft de rechtbank het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling in hoger beroep is gegaan.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft volgens de Afdeling terecht en op goede gronden geoordeeld. De motivering van de rechtbank wordt door de Afdeling overgenomen. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden, waardoor verdere motivering niet noodzakelijk is.
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De staatssecretaris wordt niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Jongeneel, griffier.