ECLI:NL:RVS:2023:2551
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen van verblijfsvergunning aanvraag
Op 3 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 april 2023 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 23 juni 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter overwoog dat het hoger beroep nader onderzoek vereiste, vooral in het licht van eerdere zaken over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor Polen. Gezien deze omstandigheden besloot de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening te treffen.
In de beslissing werd bepaald dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen totdat er een uitspraak was gedaan op het hoger beroep. Tevens werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.