ECLI:NL:RVS:2023:2539

Raad van State

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
202203073/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit gemeenteraad Altena inzake bestemmingsplan Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant tegen het besluit van de raad van de gemeente Altena van 8 maart 2022. Dit besluit betrof de vaststelling van het bestemmingsplan "Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat - Herziening [locatie] Werkendam". De openbare zitting vond plaats op dezelfde datum, waarbij de appellant en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de raad en de initiatiefnemer, Transito Investments B.V.

De Afdeling heeft geoordeeld dat de appellant belanghebbende is en dat de relativiteit niet aan hem kan worden tegengeworpen, omdat zijn woon- en leefklimaat verweven is met de bouwactiviteiten in het buitendijks gebied ter plaatse van de voormalige veerhaven. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het bestemmen van het perceel aan de [locatie] met een bedrijfswoning en bedrijfspand in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling overweegt dat de appellant in de huidige situatie een vrij uitzicht heeft op de rivier, maar dat dit uitzicht met de in het bestemmingsplan voorziene ontwikkeling deels zal worden weggenomen. Desondanks is het perceel aan de [locatie], inclusief bedrijfshal en bedrijfswoning, onderdeel van een bestaand industrieterrein waar al lange tijd bedrijvigheid en bebouwing is toegestaan. De raad heeft met het bestemmingsplan een omissie willen herstellen, en de Afdeling concludeert dat het wederom mogelijk maken van bebouwing op deze locatie de belangen van de appellant niet onevenredig aantast. De maximale bouwhoogte is bovendien verlaagd naar 8,7 meter ten opzichte van de vorige mogelijkheden. De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en stelt dat de raad geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202203073/1/R2.
Datum uitspraak: 27 juni 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Werkendam, gemeente Altena,
en
de raad van de gemeente Altena,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 27 juni 2023 om 15:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.A. Minderhoud, lid van de enkelvoudige kamer
griffier: mr. M. Scheele
jurist: mr. E.J. Oude Nijhuis
Verschenen:
[appellant] en [gemachtigde A];
de raad, vertegenwoordigd door M. Koevoets;
Transito Investments B.V., initiatiefnemer, vertegenwoordigd door [gemachtigde B] en [gemachtigde C].
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 8 maart 2022, waarbij het bestemmingsplan "Beatrixhaven, Biesboschhaven en Steurgat - Herziening [locatie] Werkendam" is vastgesteld.
De Afdeling
verklaart het beroep ongegrond.
redenen voor dit oordeel:
De Afdeling is van oordeel dat [appellant] belanghebbende is en dat de relativiteit niet aan haar kan worden tegengeworpen omdat haar woon- en leefklimaat verweven is met het bouwen in het buitendijks gebied ter plaatse van de voormalige veerhaven.
De raad heeft zich op het standpunt mogen stellen dat het bestemmen van het perceel aan de [locatie] met een bedrijfswoning en bedrijfspand, in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
De Afdeling overweegt dat [appellant] in de huidige situatie een vrij uitzicht heeft op de rivier en dat dit uitzicht met de in dit plan voorziene ontwikkeling deels weggenomen zal worden. In dit geval behoort het perceel aan de [locatie], inclusief bedrijfshal en bedrijfswoning, echter tot het bestaande industrieterrein aan de Merwede waarop al lange tijd bedrijvigheid en bebouwing is toegestaan die door de raad in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt geacht. Met dit bestemmingsplan beoogt de raad inderdaad een omissie te herstellen.
Gelet hierop tast het wederom mogelijk maken van bebouwing op deze locatie de belangen van [appellant] niet onevenredig aan. In dit verband is relevant dat de maximale bouwhoogte ten opzichte van de vorige bebouwingsmogelijkheden is verlaagd naar 8,7 meter.
Een eventuele vergoeding wegens geleden planschade valt buiten deze procedure.
Het beroep slaagt niet.
De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Minderhoud
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Scheele
griffier
723-1045