Uitspraak
202204510/1/R2.
Datum uitspraak: 27 juni 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Thorn, gemeente Maasgouw,
en
de raad van de gemeente Maasgouw,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 27 juni 2023 om 13:45 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.A. Minderhoud, lid van de enkelvoudige kamer
griffier: mr. M. Scheele
jurist: mr. E.J. Oude Nijhuis
Verschenen:
Via een videoverbinding zijn verschenen:
[appellant], vertegenwoordigd door [gemachtigde A];
de raad, vertegenwoordigd door P. Janssen en E. Savelkoul;
Voorts zijn ter zitting verschenen:
Restaurant de Hofferkeukens, initiatiefnemer, vertegenwoordigd door [gemachtigde B] en [gemachtigde C];
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 31 mei 2022, waarbij het bestemmingsplan "Abdijcomplex, Thorn" is vastgesteld.
De Afdeling
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Maasgouw van 31 mei 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Abdijcomplex, Thorn", voor zover hierin geen voorwaarden zijn verbonden aan het gebruik van het terras op de gronden met de bestemming "Verkeer" gelegen aan de oostzijde (voorzijde) van het terrein van restaurant de Hofferkeukens en voor zover het gebruik van het terras aan de westzijde van Hofferkeukens niet is beperkt in gebruik;
III. bepaalt dat een nieuw artikel 4.3.4 aan de planregels wordt verbonden dat luidt als volgt: "Op het terrein aan de oostzijde (voorzijde) van restaurant de Hofferkeukens is artikel 3.4.1 van de planregels van overeenkomstige toepassing.";
IV. bepaalt dat een nieuw artikel 4.1 onder k aan de planregels wordt verbonden dat luidt als volgt: "Voor het terras aan de westzijde van restaurant de Hofferkeukens geldt bovendien dat die functie uitsluitend is toegestaan op dagen dat een activiteit mag plaatsvinden die geregeld is onder artikel 4.3.1 van de planregels. Daarnaast gelden de regels voor het terrasvlak 8 zoals opgenomen in artikel 3.4.1 van de planregels.";
V. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 31 mei 2022, waarbij het bestemmingsplan "Abdijcomplex, Thorn" is vastgesteld, voor zover dit is vernietigd;
VI. draagt de raad van de gemeente Maasgouw op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat de hiervoor vermelde onderdelen III en IV worden verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl;
VII. veroordeelt de gemeente Maasgouw tot vergoeding van de bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.674,00 (zegge: duizend en zeshonderdvierenzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VIII. gelast dat de gemeente Maasgouw aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht van € 184,00 (zegge: honderdvierentachtig euro) vergoedt.
Redenen voor dit oordeel:
Aan de oostzijde van het plangebied is de bestemming "Verkeer" toegekend. Binnen deze bestemming is het toegestaan om een terras te exploiteren ten behoeve van de aangrenzende horecabestemming. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat een terras aan de oostzijde ruimtelijk aanvaardbaar is, mits voldaan wordt aan de voorschriften die zijn opgenomen in artikel 3.4.1 van het bestemmingsplan. Deze voorschriften voorkomen onevenredige hinder voor onder meer [appellant]. Dit artikel gaat echter over de bestemming "Horeca" en niet over de bestemming "Verkeer", zodat de raad er niet in is geslaagd om deze voorschriften te verbinden aan het gebruik van een terras.
Daarmee heeft de raad het plan op dit punt niet vastgesteld op de wijze die hij heeft beoogd. Het besluit is in dat opzicht onzorgvuldig.
Ten aanzien van het terras aan de westzijde heeft de raad zich op de zitting op een ander standpunt gesteld dan bij het nemen van het bestreden besluit, zonder dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding gaven. Ook in dit opzicht is het besluit onzorgvuldig.
Het beroep slaagt. De Afdeling vernietigt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan voor zover dat nodig is en bepaalt zelfvoorzienend dat de afspraken die gemaakt zijn op de zitting worden opgenomen in de, op de zitting door alle partijen akkoord bevonden, planregels.
De raad wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten.
w.g. Minderhoud
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Scheele
griffier
723-1045