ECLI:NL:RVS:2023:2525
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B. Meijer
- S.P.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 29 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De vreemdeling had eerder, op 9 september 2021, een aanvraag ingediend die op 26 januari 2022 was aangevuld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, die op 31 mei 2023 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.C. van Asperen, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel is niet verder gemotiveerd, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 29 juni 2023, waarbij de voorzieningenrechter, mr. B. Meijer, en de griffier, mr. S.P.M. Zwinkels, aanwezig waren. De beslissing bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.