ECLI:NL:RVS:2023:2514
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake rechtmatig verblijf
Op 29 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een vreemdeling die in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag om afgifte van een document, dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, ongegrond was verklaard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 april 2022 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. Hiertegen had de vreemdeling bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 9 december 2022 door de staatssecretaris ongegrond verklaard. De rechtbank had op 11 mei 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard.
In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd vastgesteld dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening. Hierdoor werd het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van griffier mr. D.I. van Kesteren, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.