ECLI:NL:RVS:2023:2508

Raad van State

Datum uitspraak
28 juni 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
202206709/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar door college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

Op 28 juni 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 5 oktober 2022 het beroep van Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] gegrond verklaard en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 7 september 2020, waarin het bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard, vernietigd. De rechtbank kende ook schadevergoeding toe aan de Staat der Nederlanden vanwege overschrijding van de redelijke termijn en bepaalde proceskosten.

In het hoger beroep voerden de appellanten aan dat de rechtbank de proceskostenvergoeding niet correct had berekend, omdat kosten voor het verzoek om schadevergoeding niet waren meegenomen. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank inderdaad een fout had gemaakt en vernietigde de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling veroordeelde het college tot betaling van de proceskosten en wettelijke rente.

De Afdeling stelde vast dat de rechtbank een kennelijke verschrijving had gemaakt door de Staat te veroordelen tot schadevergoeding in plaats van het college. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het college werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en wettelijke rente aan de appellanten. De Afdeling gelastte ook dat het college het griffierecht aan de appellanten vergoedt. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 28 juni 2023.

Uitspraak

202206709/1/A2.
Datum uitspraak: 28 juni 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A], gevestigd en wonend te Amsterdam,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 oktober 2022 in zaak nr. 20/5469 in het geding tussen:
Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A]
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (hierna: het college)
Procesverloop
Bij besluit van 7 september 2020 heeft het college het door Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] ingestelde bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 5 oktober 2022 heeft de rechtbank het door Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 7 september 2020 vernietigd, de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van schade vanwege overschrijding van de redelijke termijn tot een bedrag van € 500,00 en het college veroordeelt in de proceskosten tot een bedrag van € 1.548,00.
Tegen deze uitspraak hebben Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A]  hoger beroep ingesteld.
De Afdeling heeft de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) als belanghebbende in de gelegenheid gesteld een schriftelijke uiteenzetting in te dienen. De minister van Justitie heeft daarvan gebruik gemaakt.
Geen van de partijen heeft binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht ter zitting te worden gehoord, waarna de Afdeling het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, gelezen in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Awb heeft gesloten.
Overwegingen
1.       De rechtbank heeft onder meer een proceskostenvergoeding toegekend van € 1.548.00, die bestaat uit 1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter terechtzitting, met een wegingsfactor 1. Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] voeren terecht aan dat de rechtbank de proceskostenvergoeding niet goed heeft berekend, omdat daarin geen kosten voor het doen van een verzoek tot toekenning van een schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn zijn opgenomen. De Afdeling zal om die reden de uitspraak van de rechtbank vernietigen en het college veroordelen tot betaling van de proceskosten voor het doen van dit verzoek. De Afdeling stelt deze vast op € 418,50 (1 punt met een wegingsfactor 0,5).
2.       Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] betogen verder terecht dat de rechtbank heeft verzuimd om, zoals zij hebben gevraagd, het college te veroordelen tot betaling van wettelijke rente bij niet tijdige effectuering van de uitspraak. De Afdeling ziet daarin aanleiding om het college te veroordelen tot betaling van wettelijke rente over de door de rechtbank toegekende proceskostenvergoeding. Verder heeft de rechtbank in de beslissing het college veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] van een bedrag van € 500,00. Dit berust op een kennelijke verschrijving. Uit de overwegingen van de aangevallen uitspraak blijkt dat bedoeld is de Staat (minister van Justitie) te veroordelen tot vergoeding van schade vanwege overschrijding van de redelijke termijn tot een bedrag van € 500,00. De rechtbank heeft daarbij verzuimd de Staat (minister van Justitie en Veiligheid) ook te veroordelen tot betaling van de wettelijk rente over dat bedrag.
3.       Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen, dient te worden vernietigd.
4.       In het voorgaande ziet de Afdeling verder aanleiding om het college te veroordelen in de proceskosten.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep van Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 oktober 2022 in zaak nr. 20/5469 voor zover aangevallen;
III.      veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding aan Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A]
a) van een bedrag van € 418,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf vier weken na de datum van openbaarmaking van deze uitspraak tot aan de dag van algehele voldoening;
b) van de wettelijke rente over € 1.548,00 indien dit bedrag niet is betaald binnen vier weken na de datum van openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank van 5 oktober 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
IV.     veroordeelt de Staat (minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding aan Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] van de wettelijke rente over € 500,00 indien dit bedrag niet is betaald binnen vier weken na de datum van openbaarmaking van de uitspraak van de rechtbank van 5 oktober 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
V.      veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf vier weken na de datum van openbaarmaking van deze uitspraak tot aan de dag van algehele voldoening;
VI.     gelast dat het college van burgemeester en wethouders aan Truck Care Amsterdam C.V. en [appellant A] het door hen voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 274,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Y.M. van Soest-Ahlers, griffier.
w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Soest-Ahlers
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2023
343-1014