ECLI:NL:RVS:2023:2411
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak in studentenzaken
Op 21 juni 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarbij de decaan van de faculteit psychologie en neurowetenschappen van de Universiteit Maastricht beroep heeft ingesteld tegen een beslissing van het college van beroep voor de examens van dezelfde universiteit. De beslissing waartegen beroep is ingesteld, dateert van 3 april 2023 en betreft een administratief beroep dat betrekking heeft op de toelating van een student. De decaan is van mening dat de beslissing van het college onterecht is en heeft daarom beroep aangetekend.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar uitspraak vastgesteld dat zij niet bevoegd is om het beroep van de decaan te beoordelen. Dit oordeel is gebaseerd op de bepalingen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), waarin is geregeld wie in studentenzaken in beroep kan komen bij de Afdeling. De wetgeving definieert de 'betrokkene' als een student, aanstaande student, voormalige student, extraneus, aanstaande extraneus of voormalige extraneus. De decaan valt niet onder deze definitie, waardoor hij niet in beroep kan komen tegen de beslissing van het college.
De Afdeling heeft de decaan gevraagd om zijn beroep te handhaven en toe te lichten op basis van welke regel hij in zijn beroep zou kunnen worden ontvangen. De decaan heeft echter geen tijdige schriftelijke reactie gegeven. Gezien deze omstandigheden heeft de Afdeling geconcludeerd dat zij onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen. De uitspraak eindigt met de beslissing dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.