ECLI:NL:RVS:2023:2232
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 16 mei 2023 het beroep van de vreemdeling tegen de bewaring door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond verklaarde. De vreemdeling was op 8 mei 2023 in bewaring gesteld. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris op goede gronden had gehandeld en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Benayad, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 12 juni 2023 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft in haar oordeel gelijk gekregen. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen vragen zijn die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokken rechters hebben de beslissing vastgesteld. De zaak betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en is geregistreerd onder het zaaknummer 202303146/1/V3.