ECLI:NL:RVS:2023:2129
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en hoger beroep tegen uitspraak rechtbank
Op 1 juni 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 20 december 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris had de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten. De rechtbank had op 16 maart 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling in hoger beroep ging, vertegenwoordigd door advocaat A. Heida uit Dordrecht.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 juni 2023, en de betrokken rechters waren J. Schipper-Spanninga als lid van de enkelvoudige kamer en G.A. van de Sluis als griffier.