202100334/2/R3.
Datum uitspraak: 31 mei 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. de Vereniging Behoud Twekkelo (hierna: de vereniging), gevestigd te Enschede,
2. De erven van [overledenen], beide laatstelijk gewoond hebbende te Hengelo, en anderen (hierna: [appellant sub 2] en anderen),
appellanten,
en
de raad van de gemeente Hengelo (O),
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 15 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1695, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 12 weken na verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van wat in overweging 6.4 en 7 is overwogen het gebrek in het besluit van 2 december 2020 dat strekt tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied, Schoolbeekweg", te herstellen en eventueel een gewijzigd plan vast te stellen. Bij brief van 1 september 2022 heeft de raad het besluit van 2 december 2020 van een aanvullende motivering voorzien.
De vereniging, [appellant sub 2] en anderen en [partij A] en [partij B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [partij]) zijn in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen over de wijze waarop het gebrek is hersteld. Zij hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft de zaak behandeld op de zitting van 20 december 2022, waar [appellant sub 2] en anderen en de vereniging, beide vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door M. Brummelhuis en D. Bouwhuis, zijn verschenen. Voorts is op deze zitting [partij] als partij gehoord. Alle partijen hebben via een videoverbinding aan de zitting deelgenomen.
Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de Afdeling het onderzoek heropend met toepassing van artikel 8:68 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). De Afdeling heeft de raad om nadere informatie verzocht en in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken te reageren. De raad heeft bij brief van 24 februari 2023 gereageerd.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben de vereniging en [appellant sub 2] en anderen gereageerd op de brief van de raad van 24 februari 2023.
Met toestemming van partijen is afgezien van een nadere zitting.
De Afdeling heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Tussenuitspraak
1. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 6.4 overwogen dat in het provinciale rood voor rood-beleid, dat in het gemeentelijke rood voor rood-beleid is geïncorporeerd, verschillende criteria zijn geformuleerd waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor een bouwkavel in het kader van een rood voor rood-project. Eén van deze criteria is dat bij het slopen van een veelvoud van 850 m² bedrijfsgebouwen op een locatie uitsluitend een extra bouwkavel kan worden toegekend, indien dit voor de financiering van de kosten van sloop van die bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. De Afdeling heeft geoordeeld dat een dergelijke financiële onderbouwing voor het toekennen van een extra bouwkavel ten onrechte ontbreekt. De Afdeling heeft verder overwogen dat een toereikende motivering waarom in een geval als hier aan de orde aan het vereiste van het voor handen zijn van een dergelijke financiële onderbouwing voorbij zou kunnen worden gegaan, eveneens ontbreekt.
De Afdeling heeft verder onder 7 van de tussenuitspraak geoordeeld dat gelet op wat onder 6.4 is overwogen, het besluit van 2 december 2020 in strijd is met artikel 3:2 in samenhang met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb.
De Afdeling heeft vervolgens met het oog op een spoedige beslechting van het geschil, met toepassing van artikel 8:51d van de Awb, de raad opgedragen om het gebrek in het besluit van 2 december 2020 te herstellen door met inachtneming van wat onder 6.4 en 7 is overwogen, alsnog het besluit van 2 december 2020 te voorzien van een toereikende motivering, dan wel in plaats daarvan een ander besluit te nemen.
2. De raad heeft ter voldoening van de in de tussenuitspraak gegeven opdracht bij brief van 1 september 2022 het besluit van 2 december 2020 van een aanvullende motivering voorzien.
3. Omdat de Afdeling in de tussenuitspraak heeft geoordeeld dat het bestreden besluit in strijd met artikel 3:2 in samenhang met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb, is vastgesteld, zijn de beroepen van de vereniging en [appellant sub 2] en anderen gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd.
Omdat de raad in de aanvullende motivering heeft gesteld dat het geconstateerde gebrek is hersteld, zal de Afdeling - gelet op deze aanvullende motivering - hierna beoordelen of de rechtsgevolgen van het besluit van 2 december 2020 in stand kunnen blijven.
Aanvullende motivering
4. De raad heeft in de aanvullende motivering gesteld dat het plan voorziet in de bouw van een zogenaamde rood voor rood-woning. Verder heeft de raad gesteld dat de slooplocatie Bentelosestraat 77/77a te Ambt Delden (hierna: de slooplocatie) op het grondgebied van de gemeente Hof van Twente ligt en dat op die slooplocatie agrarische bedrijfsbebouwing met een omvang van ruim 2.501 m² is gesloopt. Volgens de raad mag op grond van het rood voor rood-beleid van de gemeente Hof van Twente maximaal één compensatiewoning per rood voor rood-woning gebouwd worden. In dit geval is ten behoeve van een compensatiewoning op de slooplocatie volgens de raad 1.000 m² aan gesloopte bebouwing ingezet, waardoor 1.501 m² resteert. Voor deze resterende 1.501 m² is door het gemeentebestuur van Hof van Twente een sloopvoucher afgegeven. Gelet op het rood voor rood-beleid van de gemeente Hof van Twente, opgenomen in het beleidsdocument "Grond voor gebruik Ontwikkel nu de erfenis voor de toekomst!" van 27 november 2015, staat volgens de raad dat beleid toe dat deze sloopvoucher met het daarin opgenomen resterende aantal vierkante meters, ingezet mag worden in een andere gemeente en dat het vervolgens aan die andere gemeente is om te bepalen hoe zij omgaat met de in een dergelijke sloopvoucher opgenomen sloopmeters. De raad heeft in dat kader verder gesteld dat zijn eigen rood voor rood-beleid toestaat dat sloopvouchers van een andere gemeente in de gemeente Hengelo kunnen worden ingezet en dat de in het rood voor rood-beleid van de gemeente Hengelo geformuleerde voorwaarde dat de sloopkosten de toekenning van een extra bouwkavel rechtvaardigen, alleen aan de orde komt in een geval, waarin op het grondgebied van de gemeente Hengelo landschapsontsierende bebouwing wordt gesloopt. Daarvan is in dit geval geen sprake. Onder de voornoemde omstandigheden heeft de raad een financiële onderbouwing voor de toekenning van de mogelijkheid tot de bouw van een woning op het perceel aan de Schoolbeekweg, kadastraal bekend als sectie K nummer 3118, niet nodig geacht.
Zienswijze
5. De vereniging en [appellant sub 2] en anderen hebben in hun zienswijze naar voren gebracht dat de raad in het kader van de vaststelling van het voorliggende plan, onvoldoende heeft aangetoond waarom hij geen financiële onderbouwing nodig acht. Verder menen zij dat de raad ten onrechte heeft gesteld dat vanwege de kosten van de sloop en de asbestsanering op de slooplocatie, geen enkele twijfel bestaat over de rechtmatigheid van de sloopvoucher. Daarbij hebben zij opgemerkt dat in de sloopvoucher rest sloopmeters zijn opgenomen en dat uit het rood voor rood-beleid van de gemeente Hof van Twente volgt dat rest sloopmeters alleen ingezet kunnen worden voor een bijgebouw of uitbreiding van een woning en aldus niet voor de bouw van een woning. Volgens de vereniging en [appellant sub 2] en anderen heeft de raad met de vaststelling van het plan gehandeld in strijd met zijn eigen rood voor rood-beleid.
6. De Afdeling stelt vast dat in het door de raad overgelegde beleidsdocument "Grond voor gebruik Ontwikkel nu de erfenis voor de toekomst!", waarin het rood voor rood-beleid van de gemeente Hof van Twente is weergegeven, staat dat ter compensatie van de sloop van minimaal 1.000 m² landschapsontsierende bedrijfsgebouwen, onder voorwaarden één bouwkavel voor een woning mag worden toegekend. Zoals ook is overwogen onder 6.4 in de tussenuitspraak, is op de aan de orde zijnde slooplocatie 2.501 m² aan agrarische bedrijfsbebouwing gesloopt en is daarvoor op de slooplocatie een bouwkavel voor een compensatiewoning met een oppervlakte van 1.000 m² toegekend. De Afdeling overweegt dat naar aanleiding van de heropening van het onderzoek namens het gemeentebestuur van Hof van Twente is bevestigd dat voor de resterende 1.501 m² een zogeheten sloopvoucher is verleend die op grond van het voornoemde beleid ook ingezet kan worden in andere gemeenten, waarbij het dan bovendien aan de betreffende andere gemeente is om te bepalen op welke wijze de in de afgegeven sloopvoucher opgenomen sloopmeters aangewend kunnen worden. De Afdeling heeft geen aanknopingspunten om aan de juistheid van dit standpunt te twijfelen. Waar door de vereniging en [appellant sub 2] en anderen is gesteld dat het voorliggende plan ten onrechte voorziet in de bouw van een woning, omdat in de sloopvoucher rest sloopmeters zijn opgenomen en uit het rood voor rood-beleid van de gemeente Hof van Twente volgt dat rest sloopmeters alleen ingezet kunnen worden voor een bijgebouw of een uitbreiding van een woning, ziet de Afdeling gelet op het voorgaande geen aanleiding hen hierin te volgen.
Voor zover de vereniging en [appellant sub 2] en anderen hebben willen betogen dat de inzet van de sloopvoucher met daarin de resterende sloopmeters ten behoeve van de in het plan voorziene woning, in strijd is met het rood voor rood-beleid van de gemeente Hengelo, overweegt de Afdeling het volgende. In het rood voor rood-beleid van de gemeente Hengelo staat dat bij het slopen van een veelvoud van 850 m² bedrijfsgebouwen, een extra bouwkavel voor een woning kan worden toegekend, uitsluitend wanneer dit voor de financiering van de sloopkosten noodzakelijk is. De raad heeft daarover toegelicht dat een financiële onderbouwing voor de financiering van de kosten van sloop van de bedrijfsbebouwing op grond van het rood voor rood-beleid van de gemeente Hengelo in dit geval niet vereist is. Een dergelijke financiële onderbouwing is volgens de raad alleen dan vereist, indien landschapontsierende bedrijfsbebouwing op het grondgebied van de gemeente Hengelo wordt gesloopt en in verband met de daaraan verbonden kosten een extra bouwkavel wordt toegekend. Daarvan is in dit geval naar het oordeel van de raad geen sprake. Naar de mening van de raad moet de in het plan voorziene woning in het licht van het rood voor rood-beleid van de gemeente Hengelo worden aangemerkt als een eerste compensatiekavel voor een woning op het grondgebied van de gemeente Hengelo. Daarom is een financiële onderbouwing voor de financiering van de kosten van sloop van bedrijfsbebouwing op de slooplocatie op het grondgebied van gemeente Hof van Twente in dit geval niet aan de orde en staat dat rood voor rood-beleid wat dit aspect betreft niet in de weg aan de vaststelling van het plan. Gelet op de in overweging 6.3 van de tussenuitspraak aangehaalde beleidscriteria, ziet de Afdeling geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van dit standpunt van de raad. De Afdeling komt dan ook tot de conclusie dat de raad toereikend heeft gemotiveerd waarom in het voorliggende geval aan het vereiste van het voor handen zijn van een financiële onderbouwing van de kosten van de sloop van de agrarische bedrijfsbebouwing op de slooplocatie op het grondgebied van de gemeente Hof van Twente voorbij kan worden gegaan en dienaangaande geen sprake is van strijd met het rood voor rood-beleid van de gemeente Hengelo. Daarmee heeft de raad ook gevolg gegeven aan de in de tussenuitspraak van 15 juni 2022 opgenomen lusopdracht en ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad het plan niet heeft mogen vaststellen zoals hij heeft gedaan.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
7. Gelet op het voorgaande heeft de raad voldaan aan de in de tussenuitspraak opgenomen opdracht om het geconstateerde gebrek te herstellen. Omdat de raad de motivering van het besluit van 2 december 2020 heeft aangevuld en het gebrek daarmee is hersteld, zal de Afdeling met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb bepalen dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven.
8. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen van de Vereniging Behoud Twekkelo en de erven van [overledenen] gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Hengelo van 2 december 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied, Schoolbeekweg";
III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Hengelo aan de erven van [overledenen] het door hen voor de behandeling van hun beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 181,00, vergoedt;
V. gelast dat de raad van de gemeente Hengelo aan de Vereniging Behoud Twekkelo het door haar voor de behandeling van haar beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 360,00, vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D. Tieleman, griffier.
w.g. Hoekstra
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Tieleman
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 31 mei 2023
817