ECLI:NL:RVS:2023:2099

Raad van State

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
202104200/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over verkeersveiligheid en bestemmingsplan 'Den Dries, Ledeacker'

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellanten, wonend in Ledeacker, en de raad van de gemeente Land van Cuijk. De zaak betreft een bestemmingsplan dat op 22 april 2021 is vastgesteld, met de naam 'Den Dries, Ledeacker'. In een eerdere tussenuitspraak van 23 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3395, werd de raad opgedragen om binnen 16 weken het gebrek in het besluit te herstellen. Dit gebrek had betrekking op de verkeersveiligheid bij een pleintje en de ruimtelijke aanvaardbaarheid van erfafscheidingen van maximaal 2 meter hoog.

De Afdeling oordeelde dat de raad niet voldoende had gemotiveerd hoe de verkeersveiligheid was gewaarborgd en dat het besluit in strijd was met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De raad heeft vervolgens een aanvullende motivering gegeven, waarin werd gesteld dat de zichtdriehoeken rondom de kruising voldoen en dat de erfafscheidingen geen invloed hebben op de verkeersveiligheid. De raad concludeerde dat het besluit deugdelijk was gemotiveerd en dat er geen wijziging van het besluit nodig was.

Appellanten hebben geen zienswijzen ingediend naar aanleiding van de aanvullende motivering. De Afdeling heeft vastgesteld dat de motivering van de raad toereikend is en heeft de beroepen van de appellanten gegrond verklaard. Het bestreden besluit is vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het besluit blijven in stand. De raad is veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierechten aan de appellanten.

Uitspraak

202104200/2/R2.
Datum uitspraak: 31 mei 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1.       [appellant sub 1] en anderen, allen wonend te Ledeacker, gemeente Land van Cuijk (voorheen: gemeente Sint Anthonis),
2.       [appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Ledeacker, gemeente Land van Cuijk,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Land van Cuijk,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 23 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3395, heeft de Afdeling de raad opgedragen binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 22 april 2021, waarbij het bestemmingsplan "Den Dries, Ledeacker" is vastgesteld, te herstellen. De raad is ook opgedragen om de Afdeling en de andere partijen de uitkomst schriftelijk mede te delen en een eventueel gewijzigd besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad een nadere motivering voor het bestreden besluit gegeven.
[appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen zijn in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen over de wijze waarop het gebrek is hersteld. Zij hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
Overwegingen
De tussenuitspraak
1.       De Afdeling heeft onder 9.4 van de tussenuitspraak overwogen dat de raad in het besluit van 22 april 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Den Dries, Ledeacker" niet inzichtelijk heeft gemaakt welke afweging hij heeft gemaakt over de verkeersveiligheid bij het pleintje en de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het toestaan van erfafscheidingen bij het pleintje met een maximale hoogte van 2 meter in verband met het overzicht voor verkeer dat vanuit Den Dries het pleintje nadert. Het bestreden besluit is daarom op dit punt niet met de daarbij vereiste zorgvuldigheid voorbereid en in strijd met artikel 3:2 van de Awb vastgesteld.
Opdracht in de tussenuitspraak
2.       Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om het bestreden besluit alsnog deugdelijk te motiveren wat betreft de verkeersveiligheid bij het pleintje. Daarbij moest de raad inzichtelijk maken bij welke hoogte van de erfafscheidingen bij het pleintje er voldoende overzicht bestaat voor verkeer dat vanuit Den Dries het pleintje nadert. Zo nodig diende de raad het bestreden besluit te wijzigen door, voor de erfafscheidingen aan het pleintje, de maximaal toegestane hoogte aan te passen.
Aanvullend onderzoek en aanvullende motivering van de raad
3.       De raad heeft ter uitvoering van de tussenuitspraak bij brief van 9 maart 2023 een aanvullende motivering gegeven. Daartoe heeft hij het rapport "Kruising Den Dries-Den Akker, advies zichthoeken" van 2 februari 2023, opgesteld door bureau Jens ingenieurs en adviseurs, overgelegd.
In het rapport is verslag gedaan van het onderzoek naar de zichthoeken bij het pleintje. Er wordt geconcludeerd dat de zichthoeken rondom de kruising voldoen. De perceelgrenzen van de beoogde woningen vallen namelijk volledig buiten de zichtdriehoeken. Ook de erfafscheidingen (zoals hagen en schuttingen) bij die woningen hebben geen invloed op de zichtdriehoeken.
In het rapport is daarnaast geadviseerd om bij de inrichting van het parkje rekening te houden met de effecten daarvan op de zichtdriehoeken bij het pleintje. Daarom is geadviseerd om, teneinde het zicht op het kruisend verkeer te behouden, bij de inrichting van het parkje een obstakelvrije en transparante zone in acht te nemen. Dat betekent dat er geen objecten, zoals als bomen en hagen, in de obstakelvrije zone mogen worden opgenomen. Hiertoe is geadviseerd om de bomen, die in het bestaande ontwerp voor de inrichting van het parkje binnen de obstakelvrije zone zijn geprojecteerd, te verplaatsen of te verwijderen.
4.       De raad heeft aangegeven dat de gemeente eigenaar is van het openbaar gebied bij het pleintje. De raad kan daarom zelf over de inrichting van dat gebied, en dus ook zelf over de inrichting van het parkje, beslissen. De raad voorziet daarom geen problemen om de inrichting bij het pleintje aan te passen conform dit advies.
De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan met dit aanvullende rapport deugdelijk is gemotiveerd wat betreft de verkeersveiligheid bij het pleintje. Volgens de raad heeft hij hiermee inzichtelijk gemaakt dat er, met de in het plan toegestane hoogte van de erfafscheidingen bij het pleintje, voldoende overzicht bestaat voor verkeer dat vanuit Den Dries het pleintje nadert. Uit het rapport volgt dat de maximaal toegestane hoogte voor erfafscheidingen geen aanpassing behoeft, zodat het niet nodig is om een gewijzigd besluit te nemen, aldus de raad.
Geen zienswijzen
5.       [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen hebben naar aanleiding van de bij brief van 9 maart 2023 gegeven nadere motivering geen zienswijze ingediend. De Afdeling ziet, in aanmerking genomen dat geen zienswijze naar voren is gebracht tegen de inhoud van de brief van de raad van 9 maart 2023, geen aanleiding voor het oordeel dat de door de raad gegeven motivering, waarop het besluit berust, niet toereikend is.
Conclusie en slotoverwegingen
6.       Gelet op wat is overwogen in de tussenuitspraak zijn de beroepen van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen gegrond. Het bestreden besluit moet wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb worden vernietigd.
Omdat de raad de motivering van het besluit van 22 april 2021 bij brief van 9 maart 2023 heeft aangevuld met verwijzing naar het genoemde rapport van 2 februari 2023 en daarmee het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek heeft hersteld, zal de Afdeling bepalen dat de rechtsgevolgen van het besluit van 22 april 2021 in stand blijven.
7.       De raad hoeft geen proceskosten van [appellant sub 1] en anderen te vergoeden.
De raad moet wel proceskosten van [appellant sub 2] en anderen, die zich hebben laten bijstaan, vergoeden.
8.       Ook moet de raad de door [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierrechten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen gegrond;
II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Sint Anthonis van 22 april 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Den Dries, Ledeacker";
III.      bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven;
IV.      veroordeelt de raad van de gemeente Land van Cuijk tot vergoeding van bij [appellant sub 2] en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.674,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn verplichting heeft voldaan;
V.       gelast dat de raad van de gemeente Land van Cuijk aan de hierna vermelde appellanten het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht vergoedt ten bedrage van:
- € 181,00 aan [appellant sub 1] en anderen ;
- € 181,00 aan [appellant sub 2] en anderen.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.S.D. Ramrattansing, griffier.
w.g. Polak
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Ramrattansing
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 31 mei 2023
408