ECLI:NL:RVS:2023:2054
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 26 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 27 januari 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, had op 17 mei 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet en opvang en verstrekkingen zou ontvangen.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de vreemdeling en de staatssecretaris in overweging genomen. Hij oordeelde dat, gezien de ingediende stukken, het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank zou worden vernietigd. De belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling zijn gewogen, maar de voorzieningenrechter heeft besloten geen voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar gedaan op 26 mei 2023, en de voorzieningenrechter, mr. J.H. van Breda, heeft de beslissing in aanwezigheid van griffier mr. P.A. Melse vastgesteld.