ECLI:NL:RVS:2023:2052
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdelingen tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 31 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, samen met hun minderjarige kind, een verzoek om een voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek volgde op de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 6 april 2023, waarin de aanvragen van de vreemdelingen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank Den Haag had op 16 mei 2023 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep hebben ingesteld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen de relevante wetgeving, waaronder artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, in acht genomen. De uitspraak van de voorzieningenrechter is gedaan in het kader van het hoger beroep dat door de vreemdelingen is ingesteld tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en heeft de belangen van de vreemdelingen afgewogen tegen de belangen van de staatssecretaris.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 mei 2023 en is vastgesteld door mr. C.J. Borman, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, de griffier. Deze uitspraak betreft een voorlopige voorziening, wat betekent dat de rechter een tijdelijke maatregel heeft getroffen in afwachting van de definitieve uitspraak in de hoofdzaak.