ECLI:NL:RVS:2023:2044
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan
Op 26 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een vreemdelingenrechtelijke zaak. De zaak betreft een vreemdeling die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 augustus 2022 is meegedeeld dat hij geen verblijfsrecht meer heeft als gemeenschapsonderdaan en dat hij Nederland binnen een maand moet verlaten. De vreemdeling heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard op 17 oktober 2022. De rechtbank Den Haag heeft op 13 april 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de beslissing van de staatssecretaris vernietigd, maar de staatssecretaris en de vreemdeling hebben beiden hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat het hoger beroep van de vreemdeling gegrond zal worden verklaard. Gelet op de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen en het verzoek van de vreemdeling af te wijzen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 mei 2023.