ECLI:NL:RVS:2023:20
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening en hoger beroep inzake asielaanvragen van vreemdelingen
Op 4 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 19 december 2022 de aanvragen van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen nieuwe besluiten te nemen. De staatssecretaris had deze aanvragen op 3 november 2022 niet in behandeling genomen, wat door de rechtbank als onterecht werd beoordeeld.
In het hoger beroep stelde de staatssecretaris dat de rechtbank een motiveringsgebrek had geconstateerd, maar de Raad van State oordeelde dat dit gebrek eenvoudig te herstellen was en dat het hoger beroep niet leidde tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De voorzieningenrechter bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Dit betekent dat de staatssecretaris de eerdere beslissing van de rechtbank moet respecteren en de vreemdelingen opnieuw moet beoordelen.
Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten die de vreemdelingen hadden gemaakt in verband met het hoger beroep, tot een bedrag van € 837,00, dat geheel toe te rekenen is aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming door de staatssecretaris in asielzaken en de mogelijkheid voor vreemdelingen om hun rechten te doen gelden.