ECLI:NL:RVS:2023:1996
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 24 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Deze aanvraag was op 17 november 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 18 januari 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.M.A. Breuls, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 27 januari 2023 al een voorlopige voorziening getroffen, waarbij de staatssecretaris was veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten. In de huidige uitspraak heeft de voorzieningenrechter de vreemdeling in zijn verzoek om een voorlopige voorziening gehonoreerd. De vreemdeling heeft verzocht om niet te worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist en om opvang en verstrekkingen te ontvangen.
De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Deze beslissing is genomen in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de voorzieningenrechter de belangen van de vreemdeling heeft afgewogen tegen de belangen van de staatssecretaris.