ECLI:NL:RVS:2023:1783

Raad van State

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
202204057/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om herziening van verzetsuitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 20 mei 2022. De rechtbank had eerder op 19 januari 2021 een uitspraak gedaan waarbij het verzet van de appellant tegen een eerdere uitspraak van 27 juli 2020 ongegrond was verklaard. De appellant had verzocht om herziening van deze eerdere uitspraak, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De zaak is behandeld in een openbare zitting op 2 mei 2023, waar de Staatsraad mr. C.J. Borman als lid van de enkelvoudige kamer aanwezig was, samen met griffier mr. P.A. de Vink. De partijen in de zaak, waaronder de appellant en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, zijn niet verschenen.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar beslissing geoordeeld dat zij onbevoegd is om van het hoger beroep kennis te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op de wettelijke bepalingen die stellen dat tegen een verzetsuitspraak geen hoger beroep kan worden ingesteld. Evenzo kan er geen hoger beroep worden ingesteld tegen een uitspraak op een verzoek om herziening van een verzetsuitspraak. De Afdeling benadrukt dat het toestaan van hoger beroep in deze gevallen zou leiden tot een doorbreking van de door de wetgever vastgestelde beperkingen van de hoger beroepsmogelijkheden. De uitspraak van de Raad van State is gedaan op 2 mei 2023.

Uitspraak

202204057/1/A2.
Datum uitspraak: 2 mei 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Deventer,
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 20 mei 2022 in zaak nr. 21/154 in het geding tussen:
[appellant]
en
het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
Openbare zitting gehouden op 2 mei 2023 om 11:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: mr. P.A. de Vink
Verschenen:
Partijen zijn, met berichtgeving, niet verschenen.
====================================
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 20 mei 2022 van de rechtbank Overijssel. Bij die uitspraak heeft de rechtbank het verzoek om herziening van de uitspraak van 19 januari 2021, waarbij het verzet van [appellant] tegen de uitspraak van 27 juli 2020 ongegrond is verklaard, afgewezen.
Beslissing
De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Gronden
Tegen een verzetsuitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld. Ook tegen een uitspraak op een verzoek om herziening van een verzetsuitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld, omdat op die manier de door de wetgever bepaalde beperking van de hoger beroepsmogelijkheden zou worden doorbroken.
w.g. Borman
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Vink
griffier
154-1022