ECLI:NL:RVS:2023:1754
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 4 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 18 april 2023 een beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard. De rechtbank had bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen op de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die op 19 januari 2023 niet in behandeling was genomen.
De staatssecretaris verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Gezien de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling, heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen en het verzoek af te wijzen.
Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het verzoek zijn gemaakt. De kosten bedragen € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 mei 2023.