ECLI:NL:RVS:2023:1614
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 26 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. Dit besluit was genomen op 8 maart 2023. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 14 april 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moest nemen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het hoger beroep nader onderzoek vergt, mede in het licht van een arrest van het Hof van Justitie van 30 maart 2023 en een circular letter over de situatie in Italië. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 april 2023, en de beslissing is vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, met mr. E. de Groot als griffier.