ECLI:NL:RVS:2023:1579
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure
In deze zaak heeft de vreemdeling beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De vreemdeling had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, die op 10 maart 2023 het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 21 april 2023 uitspraak gedaan. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op te dragen zo spoedig mogelijk een besluit te nemen op zijn asielaanvraag. De voorzieningenrechter heeft echter, na afweging van de belangen van de vreemdeling, besloten geen voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B. Meijer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 april 2023.