ECLI:NL:RVS:2023:1467
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 12 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek om een voorlopige voorziening had ingediend. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 3 april 2023 de besluiten van de staatssecretaris om aanvragen van vreemdelingen voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen, had vernietigd. De rechtbank had bepaald dat de staatssecretaris nieuwe besluiten moest nemen met inachtneming van haar uitspraak.
De staatssecretaris verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdelingen in overweging genomen en besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen over het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 april 2023, en de voorzieningenrechter was mr. C.C.W. Lange, bijgestaan door griffier mr. E. de Groot.