ECLI:NL:RVS:2023:1320
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 april 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 3 maart 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 21 maart 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld en de Afdeling oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 5 april 2023, waarbij mr. A.W.M. Bijloos als lid van de enkelvoudige kamer en mr. H. Vonk als griffier aanwezig waren.