ECLI:NL:RVS:2023:1310
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake intrekking duurzaam verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan
Op 4 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 22 februari 2023 het beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan, welke door de staatssecretaris op 23 juli 2021 was vastgesteld. De staatssecretaris had in zijn besluit vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht meer had in Nederland.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de staatssecretaris verzocht om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep had beslist. Echter, de voorzieningenrechter heeft geen voorlopige voorziening getroffen, omdat de uitvoering van de uitspraak van de rechtbank geen gevolgen heeft die moeilijk ongedaan kunnen worden gemaakt. Bovendien werd vastgesteld dat de uitvoering van de uitspraak geen onevenredige inspanning van de staatssecretaris vergt.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de staatssecretaris afgewezen en hem veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 4 april 2023.