ECLI:NL:RVS:2023:1296

Raad van State

Datum uitspraak
27 maart 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
202108059/3/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de opposant verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de Afdeling van de Raad van State, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De zitting vond plaats op 27 maart 2023, waarbij de opposant aanwezig was, vergezeld van een gemachtigde. De opposant stelde dat hij een postadres heeft en de aangetekende brief niet heeft ontvangen. Hij ontving wel een brief per gewone post, maar de daarin genoemde reactietermijn was inmiddels verstreken. De voorzitter van de zitting, staatsraad mr. E.A. Minderhoud, en griffier mr. M. Rijsdijk, hebben de argumenten van de opposant gehoord. De Afdeling heeft geoordeeld dat het verzet gegrond is. De Afdeling benadrukte dat een hoger beroep alleen zonder zitting niet-ontvankelijk kan worden verklaard als dat 'kennelijk' het geval is, wat betekent dat er geen twijfel mogelijk is over de uitkomst. De opposant heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er twijfel bestaat over de ontvangst van het afhaalbericht op zijn postadres. Dit werd ondersteund door het feit dat de opposant kort na ontvangst van de gewone postbrief alsnog heeft gereageerd. De uitspraak van de Afdeling op 15 februari 2022 in zaak nr. 202108059/2/A2 is daarmee heroverwogen.

Uitspraak

202108059/3/A2.
Datum uitspraak: 27 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: Awb) op het verzet (artikel 8:55 van de Awb) van:
[opposant], wonend te Amsterdam,
opposant,
tegen de uitspraak van de Afdeling van 15 februari 2022 in zaak nr. 202108059/2/A2.
Openbare zitting gehouden op 27 maart 2023 om 10:30 uur.
Tegenwoordig:
voorzitter: staatsraad mr. E.A. Minderhoud
griffier: mr. M. Rijsdijk
Verschenen:
[opposant], vergezeld van [gemachtigde].
[opposant] betoogt in verzet dat hij een postadres heeft en de aangetekende brief niet heeft ontvangen. Daar heeft hij ook geen bericht aangetroffen dat hij een aangetekend stuk moest ophalen. De per gewone post verzonden brief heeft hij wel op zijn postadres ontvangen, maar toen was de daarin genoemde reactietermijn al verstreken.
Beslissing
De Afdeling verklaart het verzet gegrond.
Gronden
-        Een hoger beroep kan alleen zonder zitting niet-ontvankelijk worden verklaard als dat ‘kennelijk’ het geval is. Dat betekent dat er geen twijfel mogelijk is over de uitkomst van het hoger beroep.
-        [opposant] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat kan worden betwijfeld of een afhaalbericht op zijn postadres is achtergelaten. Relevant is dat [opposant] kort na ontvangst van de per gewone post verstuurde brief alsnog heeft gereageerd. Het door [opposant] aangevoerde geeft daarmee aanleiding voor twijfel.
w.g. Minderhoud
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Rijsdijk
griffier
705